ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Jan Varenkamp. [Aantekening 1]
2 . Gerrit Varenkamp. [Bron 2]
... gehuwd voor 1628 met ...
3 . Wulffgen Aerts. [Bron 3]
... hieruit :
4 . Johan van de Varecamp (Jan) Varenkamp, geboren in 1531, Lunteren, gestorven voor 26 september 1600. [Aantekening 4]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8 . Henrick Gerrits Varenkamp, geboren in 1492, gestorven in 1562 (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud).
... gehuwd in 1530, Lunteren, met ...
9 . Alijdt Hendricks, gestorven in 1576.
... hieruit :
16 . Godert Hendriks (Gerrit) Varenkamp, geboren in 1533, Lunteren, gestorven, Lunteren, Boer en Kerkmeester te Lunteren. [Aantekening 16]
... -(X1) :
gehuwd in 1561 met ...
...
Weijmchen ?
... hieruit :
... gehuwd in 1491 met ...
17 . Helena Cornelia de Raaij.
... hieruit :
32 . Hendrik Gerrits Varenkamp, geboren in 1492, Lunteren, gestorven na 1562. [Aantekening 32]
... -(X2) :
gehuwd na 1540 met ...
...
Maaike Petra de Jong, geboren in 1520, gestorven
...
... gehuwd in 1530, Lunteren, met ...
33 . Aaltgen Hendriks. [Bron 33]
... hieruit :
64 . Gadert Varenkamp, geboren in 1460, Lunteren, gestorven in 1492, Lunteren (leeftijd bij overlijden: 32 jaar oud). [Aantekening 64]
... gehuwd met ...
65 . Helena Cornelia de Raaij, geboren in 1470, gestorven.
... hieruit :
128 . Gerrit Gerrits Varenkamp, geboren in 1430, Lunteren, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
20-03-1641 Jan Gerrits Varecamp investiture en oprukking als erfgenaam.
07-05-1642 Jan Gerritse consent van houthouwing.
26-04-1645 Jan Gerritsen Varecamp approbatie van een dispositie ten profijte van zijn toekomende 00
Geertgen Jacobs, krachtens huwelijkse voorwaarden d.d. 24-04-1645.
N.B. Uit zijn eerste huwelijk met Aeltgen Gerrits heeft hij 2 kinderen, Jan Jans Varecamp en
Wulffgen Janss Varecamp.
23-05-1646 Jan Gerritsz Varecamp approbatie van een verhoging van een verpanding, eertijds gedaan
door zijn vader, aan en ten behoeve van zijn oom Maes Janss Varecamp, Franck Gerrits (zoon van Gerrit Willemss Schuirman co Merrij Janss Varecamp, zijn tante) en Jan Janss, kleinzoon
van Gerrit Willemss Schuirman.
31-12-1646 Jan Gerrits Varecamp approbatie v.d. belasting van zijn herengoed ten profijte van Jenneken Morleth weduwe van Steven Mom.
09-08-1650 Jan Gerrits Varecamp approbatie van een verpanding aan Hendrick Gerrits oo Hilletgen Everts van twee percelen den cleijnen camp met den hennip hoff daarin en twee weikampjes.
N.B. Deze verpanding was nodig om enkele percelen die zijn zuster Beertgen Janss waren aan-
geërfd vrij te kopen.
09-08-1650 Jan Gerrits Varecamp approbatie van verpanding aan Willem Evertsen en Stina Aelbertsen
van een gedeelte bouwland het bovenste land, (W - anet gemeijne vaerweechsken, 0 - aen den gemeijnen Heetberch), groot 6 schepel, voorts zijn aandeel in het Driesveld.
19-02-1651 Jan Gerrits Varecamp approbatie van verpanding aan Jan Everts co Jantgen Jacopss van
enkele percelen nl.: een perceel land, Clutsen hoff, ongeveer 1 schepel en twee koeweijdens.
08-11-1651 Gerrit Jacops oo Bertgen Gerrits approbatie van een verpanding aan Jacop Aris oo Fransgen
Toenis, van de nieuwe camp en van de helft van het Stroijvelt.
05-03-1653 Approbatie van verpanding door Gerrit Jacops co Beertgen Gerrits aan Jacop Ariss co Fransgen Tonis de helft van hetStroetveld (andere helft al eerder verpand aan Jacop Ariss en Frans-
gen Tonis), de helft van dries aen den Ruijssenberch gelegen met een half mud bouwland ook
aan den Ruijssenberch en zes schepel lands met het deel dries boven aan den Heetberg gelegen.
12-10-1654 De helft van het goed wordt vrijgekocht.
27-05-1659 Gerrit Jacobs oo Berntgen Gerrits oprukking na transport door hun resp. zwager en broer Jan Gerrits Varencamp van de zaalweer en een gedeelte, nl. huis en verder getimmer, hofstede, ho-
ven en boomgaard met de daarbij gelegen brink (0 en Z - naas de hofstede, W - een vervallen
wal tussen Raepcamp en de voornoemde hof). Bovendien transporteerd verkoper de percelen
die hij volgens akte d.d. 12-10-1654 had vrijgekocht en het recht op inlossing van de percelen
in bezit van Vranck Gerrits, Maes Varecamp en anderen.
02-03-1667 Gerrit Jacobs en Beertien Gerrits zijn huisvrouw oprukking (27-05-1671, 01-12-1676,
05-05-1679, 02-07-1683, 26-10-1696).
14-10-1693 Gerrit Jacobs en Beertien Gerrits oprukking.
26-10-1703 Gerrit Jacobs oprukking (07-06-1710).
26-10-1716 Gerrit Jacobsen bezitter van de zaalweer en percelen, te zamen bijna de helft van de daaruit gesplitste percelen, oprukking.
19-02-1718 Jacob Gerrits investiture en oprukking als erfgenaam van zijn ouders Gerrit Jacobsen co Beertien Gerrits voor de zaalweer en bijna de helft van de daaruit vrijgekochte percelen.
13-12-1593 Jan Varecamp oprukking tevens consent voor het belasten van zijn herengoed. 26-09-1600 Gerrit Varecamp oprukking als erfgenaam van zijn vader Jan Varecamp.
13-12-1593 Jan Varecamp oprukking tevens consent voor het belasten van zijn herengoed. 26-09-1600 Gerrit Varecamp oprukking als erfgenaam van zijn vader Jan Varecamp.
wordt in 1558 genoemd als eigenaar van de landgoederen Varekamp, Butselaar, Seggelaar en den Bijssen. Was naast boer ook nog kerkmeester van de toenmalige kath. kapel in Lunteren en bewerkstelligde de stichting van een kerk aldaar (1566). Vraagt met zijn broer Jan Henricksz in een actie uit 1566, bij gebrek van een eigen zegel aan een ander om de actie te zegelen (om gebreck wille onse segelen).
kerkmeester te Soest en molenaar van de Windhond Soest (1660 1666), geboren ca 1562 te Lunteren, hij is hoogstwaarschijnlijk rond 1610 naar Soest getrokken. Was met zijn broer Henrick Gerritsz eigenaar van het goed Varekamp in Lunteren. Hij verkocht samen met zijn broer het goed Varekamp in 1576 aan hun oom Johan Henricksz Varekamp, ook genoemd A(e)lbrecht Varekamp. De oudst bekende stamvader van het geslacht Varekamp. Hij werd als molenaar en kerkmeester genoemd op een veiling bij de aankoop van goederen
wordt vermeld als eigenaar van het Heeregoed Varecamp en het goed Butselaer te Lunteren in het jaar 1531
wordt in 1558 genoemd als eigenaar van de landgoederen Varekamp, Butselaar, Seggelaar en den Bijssen. Was naast boer ook nog kerkmeester van de toenmalige kath. kapel in Lunteren en bewerkstelligde de stichting van een kerk aldaar (1566). Vraagt met zijn broer Jan Henricksz in een actie uit 1566, bij gebrek van een eigen zegel aan een ander om de actie te zegelen (om gebreck wille onse segelen).
Hij bezat de boerderij De Varekamp te Lunteren. Het behoorde tot de herengoederen in eigendom van de Gelderse hertogen. Het beheer hiervan berustte bij de Gelderse rekenkamer. Een herengoed bestaat uit een zaalweer (huis, hof of erf) en onderhorige landerijen. Deze boerderij ging in 1530 naar Hendrik Gerrits van Varecamp en Aeltgen Hendricus, 1560 naar Johan (Jan) Varecamp en Hillijtgen Gerrits, op 26 09 1600 naar Gerrit Varecamp en Wulffgen Aerts, op 20 03 1641 naar Jan Gerrits Varecamp en Aeltgen Gerrits, in 1645 naar Jan Gerrits Varecamp hertrouwd met Geertgen Jacobs, op 27 05 1695 naar Beertien (Berntgen) Gerits Varecamp en Gerrit Jacobs, Beertien is een dochter van Jan Gerrits Varecamp. De naam Varecamp/Vaarkamp wordt overgenomen door haar zoon, 19 02 1718 naar Jacob Gerrits (Vaarkamp), op 02 04 1718 naar Aart Jacobsen Vaarkamp en Annetje Hendriks, op 01 01 1732 naar Aart Jacobsen Vaarkamp, hertrouwd met Grietje Otten. in 1747 naar Hendrick Brantsen en Hendrikje Wouters van Boeschoten. Aart Jacobsen Vaarkamp verkoopt de boerderij in 1747 aan Hendrick Brantsen. Zover bekend was er geen relatie tussen beiden.
Een voorvader wordt in de staat van belastingschulden (Bede GS) van de Graaf van Gelre in 1325 onder de rubriek GS onder het Ambacht Ede als "Neude Varencampe" genoemd en dient als belasting te betalen de som van 30 soldius (= schelling). Een schelling is 12 stuivers. Dit houdt een aanzienlijk stuk land in. De naam Varekamp zelf komt het eerst voor in de rekeningen van de rentmeester van de Veluwe over de jaren 1335/1336
wordt vermeld als eigenaar van het Heeregoed Varecamp en het goed Butselaer te Lunteren in het jaar 1531
Hij bezat de boerderij De Varekamp te Lunteren. Het behoorde tot de herengoederen in eigendom van de Gelderse hertogen. Het beheer hiervan berustte bij de Gelderse rekenkamer. Een herengoed bestaat uit een zaalweer (huis, hof of erf) en onderhorige landerijen. Deze boerderij ging in 1530 naar Hendrik Gerrits van Varecamp en Aeltgen Hendricus, 1560 naar Johan (Jan) Varecamp en Hillijtgen Gerrits, op 26 09 1600 naar Gerrit Varecamp en Wulffgen Aerts, op 20 03 1641 naar Jan Gerrits Varecamp en Aeltgen Gerrits, in 1645 naar Jan Gerrits Varecamp hertrouwd met Geertgen Jacobs, op 27 05 1695 naar Beertien (Berntgen) Gerits Varecamp en Gerrit Jacobs, Beertien is een dochter van Jan Gerrits Varecamp. De naam Varecamp/Vaarkamp wordt overgenomen door haar zoon, 19 02 1718 naar Jacob Gerrits (Vaarkamp), op 02 04 1718 naar Aart Jacobsen Vaarkamp en Annetje Hendriks, op 01 01 1732 naar Aart Jacobsen Vaarkamp, hertrouwd met Grietje Otten. in 1747 naar Hendrick Brantsen en Hendrikje Wouters van Boeschoten. Aart Jacobsen Vaarkamp verkoopt de boerderij in 1747 aan Hendrick Brantsen. Zover bekend was er geen relatie tussen beiden.
Een voorvader wordt in de staat van belastingschulden (Bede GS) van de Graaf van Gelre in 1325 onder de rubriek GS onder het Ambacht Ede als "Neude Varencampe" genoemd en dient als belasting te betalen de som van 30 soldius (= schelling). Een schelling is 12 stuivers. Dit houdt een aanzienlijk stuk land in. De naam Varekamp zelf komt het eerst voor in de rekeningen van de rentmeester van de Veluwe over de jaren 1335/1336